Beperking afschrijving op andere bedrijfsmiddelen
15 november 2006Per 1 januari 2007 wordt niet alleen de afschrijving op gebouwen beperkt, maar ook op andere bedrijfsmiddelen. Voor goodwill bedraagt de afschrijving per jaar maximaal 10% van de aanschaffingskosten, voor alle andere bedrijfsmiddelen ten hoogste 20%. Deze regeling geldt ook voor de bedrijfsmiddelen die de ondernemer / de BV ultimo 2006 in gebruik heeft en die nog niet volledig zijn afgeschreven. De overgangsregeling voor deze bedrijfsmiddelen pakt nadelig uit.
Vanaf 1 januari 2007 mag op goodwill per jaar ten hoogste 10% van de aanschaffingskosten worden afgeschreven, voor alle andere bedrijfsmiddelen (anders dan vastgoed) is dat 20%. Deze plafondbepaling ziet op 10%, resp. 20% van de netto-kostprijs: bij ontvangst van een subsidie of afboeking van een herinvesteringsreserve moet de 10% / 20% berekend worden over de aanschaffingskosten na afboeking daarvan. De restwaarde van het bedrijfsmiddel blijft hier buiten aanmerking.
De nieuwe regeling geldt ook voor bedrijfsmiddelen die de ondernemer / de BV al in 2006 of eerder heeft gekocht en die per 1 januari 2007 nog niet volledig zijn afgeschreven. De per 1 januari 2007 resterende boekwaarde moet worden afgeschreven gedurende de resterende periode van gebruik, uitgaande van een gebruiksduur van 10 jaar voor goodwill en 5 jaar voor andere bedrijfsmiddelen.
BV A koopt op 1 januari 2006 een personenauto voor haar DGA. De kostprijs van de auto is € 40.000.
De BV schrijft de auto in drie jaar af; de restwaarde wordt gesteld op € 19.000.
De afschrijving over 2006 bedraagt: 1/3 x (€ 40.000 -/- € 19.000) = € 7.000.
Over 2007 kan dezelfde afschrijving van € 7.000 worden toegepast. De afschrijving is minder dan 20% van de aanschafkosten. Bij de berekening daarvan kan de restwaarde buiten beschouwing blijven.
Als BV A de restwaarde van de auto niet op € 19.000, maar op € 13.000 stelt, verloopt de uitwerking anders. De afschrijving over 2006 bedraagt: 1/3 x (€ 40.000 -/- € 13.000) = € 9.000.
Deze afschrijving kan over 2007 niet worden toegepast: € 9.000 aan afschrijving overstijgt de maximaal toelaatbare afschrijving van 20% van de kostprijs, zijnde € 8.000.
De maximale afschrijving over 2007 wordt verder beperkt door de overgangsregeling.
De resterende boekwaarde per 1 januari 2007 van € 31.000 (€ 40.000 -/- € 9.000) moet worden afgeschreven in de resterende gebruiksduur van 4 jaar. Dat betekent een maximale afschrijving over 2007 van € 7.750 (€ 31.000: 4).
Verkoopt de ondernemer het bedrijfsmiddel binnen de voorgeschreven afschrijvingsperiode van 10 of 5 jaar, en wordt bij die verkoop een boekverlies geleden - waaruit kan worden afgeleid dat er te weinig op het bedrijfsmiddel is afgeschreven - dan kan dat verlies zonder meer worden genomen. Ook een afwaardering van het bedrijfsmiddel op lagere bedrijfswaarde binnen de afschrijvingsperiode van 10 of 5 jaar blijft toegestaan.
Commentaar
De beperking van de afschrijving op andere bedrijfsmiddelen dan gebouwen is economisch niet te onderbouwen. Afschrijving van goodwill vindt - ook commercieel - vrijwel altijd plaats in 5 jaar. En dat een tweedehands auto of een pc verplicht in ten minste 5 jaar moet worden afgeschreven getuigt van weinig inzicht in de economische werkelijkheid.
Deze afschrijvingsbeperking is een wel erg platte maatregel om de verlaging van de winstbelasting te bekostigen. Doordat de afschrijvingsbeperking ook moet worden toegepast op bedrijfsmiddelen die per 1 januari 2007 nog niet volledig zijn afgeschreven, treft die dekkingsmaatregel ook de reeds verstreken jaren. Dat valt niet goed te praten.